Gletsjers over de hele wereld smelten sneller dan ooit in de geregistreerde geschiedenis. Een baanbrekende internationale studie uit 2025—gecoördineerd door de Glacier Mass Balance Intercomparison Exercise (GlaMBIE) en met 35 onderzoeksteams die meer dan 230 regionale datasets analyseren—vond dat gletsjers (exclusief Groenland en de Antarctische ijskappen) van 2000 tot 2023 6.542 ± 387 miljard ton ijs verloren, wat gelijkstaat aan ongeveer 5% van hun totale volume aan het begin van het millennium. De smeltingssnelheid versnelde aanzienlijk, met 36% van de periode 2000–2011 naar 2012–2023. Dit snelle verlies strekt zich uit over alle continenten, met bijzonder ernstige proportionele dalingen in kleinere regio's: Centraal-Europa bijvoorbeeld verloor bijna 39% van zijn gletsjerijs in deze twee decennia. Naast verdwijnende landschappen verstoren terugtrekkende gletsjers vitale zoetwatervoorzieningen voor miljarden, en fungeren ze als natuurlijke reservoirs die seizoensgebonden rivierstromen reguleren voor landbouw, waterkracht en drinkwater—vooral in droge gebieden stroomafwaarts zoals Centraal-Azië en de Andes. Hun smeltwater heeft al ongeveer 18 mm bijgedragen aan de wereldwijde zeespiegelstijging sinds 2000. Als alle resterende gletsjers volledig zouden verdwijnen (een extreem scenario), zou de zeespiegel met nog eens ~40–70 cm kunnen stijgen (schattingen variëren op basis van de opname van perifere ijs). Gletsjers passen zich langzaam aan temperatuurveranderingen aan, dus substantiële toekomstige verliezen zijn al vastgelegd, zelfs als de opwarming vandaag stopt. Echter, snelle verminderingen van de uitstoot kunnen nog steeds de omvang van het smelten beperken: het beperken van de opwarming behoudt meer ijs, waarborgt de watervoorziening en vermindert de zeespiegelstijging voor kwetsbare gemeenschappen. [“Wijdverspreide versnelling van het wereldwijde gletsjerverlies.” Nature, 2025]